TIP 1:
voorzaaien

Zonnebloemen kan je eerst lekker warm binnen opkweken.

Vul kleine potjes met (biologische) potgrond of knutsel potjes uit wc-rolletjes.
Plant 1 zaadje per potje op 1,5 cm diepte met de spitse punt naar boven.
Zet het op een koele, lichte plek zonder direct zonlicht, zoals bv. de vensterbank.
Houd de grond licht vochtig.
Zonnebloemen zijn harde groeiers. Wanneer de wortels onderaan komen piepen is het tijd voor een grotere pot.

Weetje: Je kan ook voorzaaien in een dicht plastiek doosje. Zo houd je de vochtigheid makkelijjk op peil en hoef je dus niet continu water te geven.

TIP 2:
wanneer uitplanten?

Uitsloverstip: Je kan de planten rustig laten wennen aan het buitenleven door ze 2 weken overdag buiten te zetten en ’s avonds weer binnen te halen.

Uitplanten doe je best na ijsheiligen (15 mei) en ongeveer 5 weken na het zaaien.

Als je niet wil voorzaaien, maar meteen buiten wil zaaien, kan dat ook vanaf ijsheiligen.

Goals!

TIP 3:
waar uitplanten?

Plant je ze in een pot of in volle grond? Bij elkaar of mooi op een rij? Of probeer je juist verschillende plekken uit om te vergelijken?

Kijk ook eens verder dan je tuin of balkon en verover een kaal stukje grond in je omgeving.

Kies het zonnigste plekje uit!
Zet ze liever ook wat uit de wind.
Zonnebloemen zijn niet al te kritisch als het over grondsoort gaat.
Plant ze 40 cm uit elkaar.
Plant je ze in een pot? Zorg dan wel voor voldoende afwatering. Ze houden niet van natte voeten.

TIP 4:
Plant verzorgen

Zonnebloemen zijn best makkelijke planten.

Houd ze wekelijks (of dagelijks als het niet regent en warm is) goed vochtig en bind ze op voor extra steun wanneer nodig.

Gaat het hoofd hangen voordat de pitjes klaar zijn? Dan heeft hij water nodig.
Krijg je geen bloem? Dan heeft hij te veel voeding of te weinig zon.
Worden de onderste bladeren geel? No stress, dat is normaal.

Weetje: Zonnebloemen volgen gedurende de hele dag met hun hoofd de zon. 'S ochtends kijken ze dus naar het Oosten en 's avonds naar het Westen. Leuk hé?

TIP 5:
Bemesten?

Bemesten is zeker niet altijd nodig, maar kan handig zijn in bv. een schrale geveltuin.

Als je wil bemesten, gebruik dan liever geen chemische kunstmest. Dit staat voor de natuur gelijk aan snelle suikers en doodt het bodemleven.

Gebruik organische mest. Deze bestaan uit plantaardige of dierlijke grondstoffen.

Dierlijke mest: van kippen, koeien,...
Compost waar dierlijke mest in verwerkt is: tuincompost, wormencompost
Groenbemesting: tuin- en kuikenafval

Vergeet niet dat een actief bodemleven de sleutel is tot succes!